De hielprik bij pasgeboren baby’s
De hielprik een prik in de hiel van uw pasgeboren baby waarbij bloed wordt afgenomen. Dit afgenomen bloed wordt dan in een laboratorium onderzocht op ziektes, waardoor zeldzame aangeboren ziektes kunnen worden opgespoord.
Waarom een hielprik
Deelname aan de hielprik is niet verplicht maar wel aan te raden. Er kunnen zeldzame aangeboren ziektes worden opgespoord door middel van de prik en hoe eerder hoe beter. Mocht er een ziekte worden aangetroffen kan je direct beginnen met behandelen om ernstige schade te voorkomen of te beperken. De ziektes die met de hielprik opgespoord worden zijn vaak wel te behandelen, maar niet te genezen en het is daarom dus van groot belang om die zo vroeg mogelijk op te sporen.
Wanneer een hielprik
Het doel van de hielprik is om zo snel mogelijk eventuele ziektes op te sporen. Hij wordt dus vaak al vrij vroeg afgenomen, meestal in de eerste week na de geboorte.
Wie neemt de hielprik af
De verloskundige, een thuiszorgmedewerker of een medewerker van de GGD neemt de hielprik bij u thuis af. Indien uw kindje in het ziekenhuis verblijft wordt daar de prik afgenomen.
Hoe werkt het:
Op een speciaal kaartje met 6 rondjes wordt het bloed van de hielprik opgevangen en hierbij worden alle rondjes gevuld met bloed.
Waarom in de hiel prikken
Omdat er in de hiel haarvaatjes zitten is het eenvoudig om voldoende bloed uit de hiel te halen en hoeft er niet geprikt te worden in een bloedvat. Een babyvingertje is nog te klein. De prik wordt door een arts in een ander lichaamsdeel gedaan als het onmogelijk is om een hielprik te doen door bijvoorbeeld voetjes die in het gips zitten.
Doet een hielprik pijn
Ja dat kan even pijnlijk zijn voor de baby en die kan gaan huilen.
Je kunt het voetje verwarmen om zo de doorbloeding te bevorderen met een warm washandje van ca.38 graden Celcius, maar pas wel op voor verbranding van de huid en je mag het washandje niet in een magnetron opwarmen. Het voetje mag je niet onder een stromende kraan houden of in een warm badje dompelen. Belangrijk is dat degene die de hielprik geeft zelf warme handen heeft, omdat bij aanraking door koude handen de openstaande vaatjes dicht klappen.
Op hoeveel ziektes wordt er getest met de hielprik
Er wordt nu op 19 ziektes getest en dat wordt in de jaren 2018 tot 2022 gefaseerd uitgebreid met 12 ziektes.
Er wordt onder andere gecontroleerd op:
- Schildklierziekte
- Taaislijmziekte
- Bijnierziekte (cystic fibrosis)
- Sikkelcelziekte (vorm van bloedarmoede)
- Verschillende stofwisselingsziektes
De hielprikscreening is uit te breiden met de 12 aandoeningen. De uitbreiding gebeurt in fases over de periode van 2018-2022. De uitbreiding levert gezondheidswinst op. Er worden bij meer kinderen ziektes opgespoord, die behandeld kunnen worden. Voor elke aandoening is aanvullend onderzoek nodig.
SCID in hielpriktest
Severe Combined Immunodeficiency, SCID)
Dit is een genetische afwijking met als gevolg een immuunsysteem dat niet of bijna niet functioneert. Zonder behandeling overlijdt een kindje in het eerste levensjaar, omdat het zo gevoelig is voor infecties. Deze zeldzame aandoening begint meestal een paar maanden na de geboorte.
Vanaf april 2018 wordt er gestart met een proef op het testen van SCID, wat een ernstige ziekte is van het afweersysteem.
Uitslag hielprik
Geen bericht is goed bericht. Alleen als de uitslag afwijkend is krijg je binnen 4 weken van je huisarts bericht. Ook kan het zijn dat de uitslag niet helemaal duidelijk is zal er binnen twee weken opnieuw een hielprik worden gedaan. Van deze tweede prik krijg je altijd binnen 4 weken de uitslag. Bij een afwijkende uitslag is er verder onderzoek nodig en word je kindje doorverwezen naar een kinderarts in een academisch ziekenhuis.